Misschien heb je ze wel eens voorbij zien komen: van die cryptische symbolen in de kantlijn van een manuscript of een zetproef. Dat zijn correctietekens. Het is een van de manieren om als corrector op een efficiënte manier verbeteringen aan te geven in een tekst. Maar in hoeverre is het in een digitaal tijdperk nog zinvol om correctietekens te leren gebruiken en je deze werkwijze eigen te maken? 

Terminologie

Bij een professioneel maakproces van een boek is de correctieronde de derde en laatste redactieronde. In eerdere redactierondes is het manuscript door een redacteur en een persklaarmaker beoordeeld en verbeterd.

Het boek corrigeren wordt gedaan door een corrector. Als corrector loop je de laatste versie van de tekst grondig na. Daarbij gaat je aandacht specifiek uit naar de vormgeving en naar het opmerken van fouten die in eerdere fases in het proces over het hoofd zijn gezien, bijvoorbeeld op het gebied van spelling en woordkeus, woordvolgorde en afbrekingen.

Wat zijn correctietekens eigenlijk? 

Correctietekens zijn symbolen die correctoren gebruiken om aan te geven wat er gewijzigd moet worden in een tekst. Ze zijn bedacht om misverstanden te voorkomen tussen een corrector en vormgever. In plaats van in woorden uit te leggen dat er ergens een komma moet komen of dat een woord vet moet worden gezet, gebruik je een correctieteken. Zo begrijpt de vormgever direct wat de bedoeling is.

In Nederland werken we met de NEN 632-norm. Dat is de officiële standaard van het Koninklijk Nederlands Normalisatie Instituut. Daarnaast bestaat er ook een internationale variant: ISO 5776. Zo kunnen correctoren over de hele wereld met elkaar communiceren, ook als ze elkaars taal niet spreken.

Een paar voorbeelden van correctietekens

Er bestaat een heel systeem van correctietekens voor vrijwel elke situatie die je tegenkomt bij het corrigeren van een tekst. Denk aan letters verwijderen, woorden verplaatsen, spaties toevoegen of juist weghalen, tekst vet of cursief zetten, kapitalen aanpassen, nieuwe regels beginnen of witregels invoegen. 

Om je een idee te geven: 

  • Tekst verwijderen – Een doorhaling door de letter of het woord met een specifiek verwijsteken, en in de kantlijn de herhaling daarvan met een klein kriebeltje erachter. Zo geef je aan: dit mag weg.
  • Spatie invoegen – Een verticale streep met pootjes tussen twee woorden, en de herhaling van dat teken in de kantlijn, om iets los van elkaar te schrijven.
  • Vetgedrukt maken – Het woord omcirkelen en ‘vet’ in de kantlijn zetten.

Voor bijna elke correctie bestaat een specifiek teken. Dat maakt het systeem zo krachtig: je kunt heel precies en efficiënt communiceren met de vormgever, zonder dat je lange zinnen hoeft op te schrijven, de kantlijn overvol raakt en onduidelijk wordt wat je precies wilt wijzigen.

correctietekens

Een verschuiving in de dagelijkse praktijk

Tot een paar jaar geleden was het gebruikelijk om als corrector per post een print van de zetproef toegestuurd te krijgen. Met een rode pen ging je vervolgens aan de slag. Elke fout markeerde je met een correctieteken. Daarna stuurde je de gecorrigeerde zetproef terug naar de uitgeverij, waar de vormgever de correcties doorvoerde.

Dat proces werkte jarenlang prima. maar tijdens de pandemie in 2020 werd printen en opsturen onhandig. Het overgrote deel van de uitgeverijen schakelde noodgedwongen over op digitaal corrigeren, en dat is sindsdien zo gebleven. Nu krijg je als corrector vrijwel altijd een pdf in je mailbox en markeer je je correcties digitaal in Adobe. 

Waarom zou je dan tóch nog op papier leren corrigeren? 

Simpel: omdat je ogen anders werken op papier dan op een scherm. Uit onderzoek blijkt dat we digitaal vaak sneller en oppervlakkiger lezen. We scannen meer, waardoor we details over het hoofd zien. En juist die details – een foutje in een afbreking, een dubbele spatie, een letter die er niet hoort – moet je als corrector wél oppikken. Op papier corrigeren zorgt ervoor dat je rustiger leest en kleine fouten dus beter opmerkt. 

Veel ervaren correctoren gebruiken daarom een combinatie: ze doen de eerste, intensieve lezing op papier met correctietekens, en verwerken hun bevindingen daarna digitaal. Het beste van twee werelden.

Hoe word je corrector? 

Het beroep van corrector bestaat niet in loondienst, alleen op freelancebasis. Wanneer je als corrector aan de slag wilt, richt je je eigen bedrijf op. Zowel uitgeverijen als auteurs die hun boek uitgeven in eigen beheer kunnen dan je opdrachtgevers worden. In dit artikel lees je meer over de beroepspraktijk.

Het vak van corrector is geen beschermd beroep, en om het beroep van corrector uit te kunnen oefenen is geen speciale vooropleiding of diplomering nodig. Als je corrector wilt worden geeft een certificaat van studio folio uitgevers, zelfstandig auteurs en andere personen en instellingen in de literaire wereld wel de zekerheid dat je over kwalitatieve correctievaardigheden beschikt.

Wil je op de juiste manier een boek corrigeren?

In de opleiding Kick-ass corrigeren leer je werken met de correctietekens, evenals digitaal corrigeren, zodat je professioneel aan de slag kunt in opdracht van uitgeverijen of auteurs hun boek die uitgeven in eigen beheer.

studio folio is door het CPION erkend als onderwijsinstelling en is opgenomen in het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.